Protocol inzake prik-, bijt-, spat-en/of snij-accidenten

Het protocol geeft aan hoe te handelen als er sprake is van bloedcontact door een prik-, spat en/of snij-accident. Met name de opvolging in de eerste 24 uur na zo’n incident moet goed geregeld zijn.
Een protocol is zinvol als er kans bestaat op besmetting met HIV, hepatitis B of hepatitis C en andere via het bloed overdraagbare ziekten.

Afhankelijk van het risico moeten maatregelen worden genomen in de behandeling en nazorg (postexpositieprofylaxe). In de regel is dit het aandachtsgebied van de arbodienst.

Startpunt voor het opstellen van het protocol is de landelijke richtlijn hierover van het RIVM (zie bronnen). Het protocol moet worden uitgewerkt naar afdelingen en functies.

Randvoorwaarden

De invulling van het protocol en navolging er van is maatwerk. De protocollen moeten uiteraard actueel en beschikbaar zijn.
Een belangrijk aandachtspunt bij de implementatie is de discipline van medewerkers om accidenten te melden.