Vaste rectale geneesmiddelen: Zetpillen (klasse B en C)

Bij het werken met vaste rectale geneesmiddelen kan huidblootstelling plaatsvinden bij:

• het verwijderen van de folie of het plastic rond de zetpil;
• het inbrengen van de zetpil;
• het deponeren van alle gebruikte materialen in het SZA-vat.

• Laat de patiënt indien mogelijk zelf de handelingen verrichten.
• Voer de gebruikte materialen af via het SZA-afval.
• Gebruik handschoenen en voer deze af via het SZA-afval.

• Voorgeschreven zetpil
• Handschoenen
• SZA-vat
• Zo nodig wat water

• Leg de benodigdheden klaar binnen handbereik.
• Wees op de hoogte van de voorschriften van het geneesmiddel.
• Controleer juistheid patiëntgegevens, geneesmiddel (dosis en toedieningsvorm).
• Laat de patiënt de toediening zo mogelijk zelfstandig uitvoeren:
  • Laat de patiënt vooraf naar het toilet gaan.
  • Laat de patiënt voor de toediening handen wassen.
  • Laat de patiënt op de zij liggen, met het onderste been gestrekt en het bovenste gebogen.
  • Laat de patiënt de folie of het plastic rond de zetpil verwijderen.
  • Laat de patiënt de zetpil inbrengen.
  • De zetpil kan eventueel vochtig gemaakt worden met wat water, zodat deze beter glijdt.
  • Laat de patiënt handen wassen.
  • Trek zelf handschoenen aan.
  • Deponeer, met handschoenen aan, alle gebruikte materialen in het SZA-vat.
  • Trek de handschoenen uit en deponeer deze in het SZA-vat.
  • Reinig en verzorg de handen conform protocol handhygiëne.
• Wanneer ondersteuning gewenst is, dan onderstaande stappen volgen:
  • Reinig de handen conform het protocol handhygiëne.
  • Laat de patiënt vooraf naar het toilet gaan.
  • Laat de patiënt op de zij liggen, met het onderste been gestrekt en het bovenste gebogen.
  • Trek handschoenen aan.
  • Verwijder de folie of het plastic rond de zetpil.
  • Breng de zetpil in.
  • Deponeer, met handschoenen aan, alle gebruikte materialen in het SZA-vat.
  • Trek de handschoenen uit en deponeer deze in het SZA-vat.
  • Reinig en verzorg de handen conform protocol handhygiëne.