Werkplezier
Werkplezier betekent dat iemand uit zichzelf en met plezier doet wat er gedaan moet worden op het werk. Met andere woorden: iemand haalt energie uit zijn werk. Om werkplezier te vergroten, is het van belang om niet alleen te kijken naar factoren die werkdruk kunnen verlagen, maar ook om te kijken naar dieperliggende behoeftes. Werkplezier gaat in essentie over het vervullen van een drietal basisbehoeftes: het gevoel hebben van autonomie, betrokkenheid ervaren op de werkvloer en competent zijn. Dit wordt ook wel het psychologisch ABC-model genoemd. Hieronder staan voorbeelden die basisbehoeftes in het werk kunnen versterken:
Autonomie
Ruimte en regelmogelijkheden in het werk. Denk aan het zelf mogen formuleren van doelen, het bepalen van de volgorde waarin taken uitgevoerd worden en de plaats waar werkzaamheden worden uitgevoerd.
Betrokkenheid/verbondenheid
De mate van verbinding die iemand voelt in zijn werk én met de mensen met hij werkt. Ervaren medewerkers hun werk als zinvol en betekenisvol? Werken ze prettig samen met collega’s? Doen ze er voor hun gevoel toe bij de leidinggevende?
Competentie
Met competentie wordt bedoeld de mate waarin iemand de werktaken beheerst die hij moet uitvoeren. Maar ook in hoeverre iemand optimaal gebruikmaakt van zijn talenten. Hebben medewerkers het gevoel dat zij hun werktaken goed uit kunnen voeren? En doen ze het werk dat het beste past bij hun kwaliteiten?